logo van De Correspondent

1929 – Papegaaienziekte

Exotische vogels wereldwijd

In de jaren dertig vinden exotische vogels wereldwijd gretig aftrek. Voor weduwen en verveelde huisvrouwen zijn parkieten en kanaries de tv’s van weleer.
Vanuit tropische oorden worden honderdduizenden vogels verscheept naar rijke landen.

Dat de gevederde vrienden een bacterie met zich meedragen die longontsteking veroorzaakt, vermoedt niemand. Maar van Argentinië tot Zwitserland en van Holland tot Honolulu worden in 1929 gevallen van de ‘papegaaienziekte’ gemeld.

Vogels in vrije natuur

Een belangrijk inzicht dat deze pandemie zou brengen, volgens Honigsbaum, is dat vogels in de vrije natuur nauwelijks een risico vormen voor mensen.

Parasieten die in wilde populaties rondgaan, zijn juist goed voor het evenwicht. Problemen ontstaan pas als mensen die biologische balans verstoren, door vogels opeen te pakken in krappe kratten om te verschepen. En dat geldt natuurlijk niet alleen voor vogels.

Balans tussen mens
en microbe

De papegaaienziekte zou een les zijn voor de globaliserende toekomst. Overbevolking, vliegverkeer, internationale handel en de bio-industrie maken dit soort overdrachten van dier naar mens steeds gewoner, iets waar we vandaag in onze goed geïnformeerde thuisquarantaines opnieuw van doordrongen raken.

Al in de jaren dertig vreesden wetenschappers bovendien dat ook snelle economische en industriële ontwikkelingen de balans tussen mens en microbe zouden verstoren. Dat werd waarheid, bijvoorbeeld in de jaren zeventig, toen in Philadelphia de ‘Philly Killer’ toesloeg.