logo van De Correspondent

1924 – De Pest

Dodelijke siervogels vliegen de wereld over

Dat duisterste der pathogenen, de zwarte dood, blijkt trouwens niet alleen in de oudheid en de middeleeuwen om zich heen gegrepen te hebben.

Niet lang na de Spaanse griep, in 1924, duikt de pest op in een Mexicaanse immigrantenwijk in Los Angeles.

Inwoners ontwikkelen hoge koorts, een nare hoest
en een agressieve longontsteking,
waaraan enkelen snel bezwijken. Tijdens de begrafenis van een van hen, wordt de dode naar katholiek gebruik geëerd en gekust in haar open kist, waarna de ziekte zich verspreidt onder de rouwende nabestaanden.

Wilde knaagdieren

De verantwoordelijke, mythologische bacterie, ‘Y. pestis’, die door de geschiedenis misschien wel 200 miljoen slachtoffers maakte, sluimert meestal onder wilde knaagdieren, zoals ratten, zonder schade aan te richten. Als ratten echter ziek worden en in contact komen met mensen bestaat de kans op overdracht, via vlooien.

Tegenwoordig wordt de gezondheid van knaagdierpopulaties gemonitord. De pest duikt nog steeds af en toe op in mensen, maar kan nu bestreden worden met antibiotica. Voor de mensen in het arme en dichtbevolkte Mexicaanse kwartier waren die opties er niet.

Met strenge – en naar huidige maatstaven ronduit racistische – quarantainemaatregelen werd de uitbraak bedwongen.

Hoezeer infectieziekten samenhangen met onze relatie tot dieren blijkt een paar jaar later opnieuw, als de wereld getroffen wordt door een nieuwe pandemie. Dit keer heeft het alles te maken met een lieftalliger beestje dan de rat.

200 Miljoen slachtoffers